'A is een aapje' met oorspronkelijke platen van P.J. van Geldorp (1907)


 

 

 

 


 


'A is een aapje', door Rie Cramer (1947)


 

                                                                A a is een aapje,
                                              dat eet uit zijn poot.


                                             B b is de bakker,
                                              die bakt voor ons brood.


                                           C c is Charlotte,
                                            die drinkt chocolaad.

                                            D d is de Dame,
                                            die drentelt op straat
.


                                       E e is een ezel,
                                        die gaat naar het land.

                                       F f is de fruitvrouw,
                                        met fruit in haar mand.



                                    G g is een geitje,
                                    en Gijs staat er bij.

                                    H h is ons Hansje,
                                    met een sjerp op zij.

 


                                     I i is de inktpot,
                                     waar Pietje uit schreef.

                                     J j is het jasje,
                                     dat kreeg Klaas van zijn neef



                                       K k is een koopman,
                                       die koffie verzond.

                                       L l is de landman,
                                       die leeuweriken vond.



                                        M m is de molen,
                                        die maalt door de wind.

                                        N n is een nestje,
                                        dat Nicolaas vindt.



                                         O o is een otter,
                                         die zwemt in het meer.

                                         P p is een papegaai,
                                         die pikt aan een peer.

 

                                           Q q is Quirinus,
                                           die zuurtjes uitdeelt.

                                           R r is de rover,
                                           die appelen steelt.

                                           S s is het scheepje,
                                           waar Steven mee speelt.


 

                                           T t is een trommel,
                                           die Tante mij schonk.


                                           U u is een uiltje,
                                           dat zit op een tronk.



 

                                         V v is de visser,
                                         met vis in zijn schuit.

                                         W w is een wagen,
                                         daar rijd ik mee uit.



                                      X x is een letter,
                                      ken je die wel?

                                      IJ ij is de ijsbeer,
                                      die wit is van vel.

                                      Z z is de zeeman,
                                      die wuift je vaarwel.


ABC kinderboeken inzetten in de klas
In dit hoofdstuk staan ABC kinderboeken, oftewel alfabetboeken of letterboeken centraal. Hoe kun je ze gebruiken in de klas en wat is de meerwaarde hiervan?

Leren lezen
Vanaf de geboorte horen kinderen gesproken taal. De klanken krijgen automatisch betekenis. Als een kind een woord hoort, leert hij door de reactie van volwassenen wat daarmee bedoeld wordt. Als ouders al vroeg starten met voorlezen, ontdekken kinderen snel dat de tekens in een boek staan voor de woorden die hun ouders voorlezen. Zo wordt de connectie gemaakt tussen klank en letter.
De interesse en behoefte om zelf de lettertekens te ontcijferen verschilt per kind. Sommige kinderen leren daarom al snel letters herkennen en lezen, terwijl bij andere kinderen dit proces meer stimulans nodig heeft of pas echt op gang komt in groep 3. Vaak zijn de eerste letters die een kind herkent de letters van zijn eigen naam, namen van familieleden en mama en papa. Om de interesse van kinderen in letters te prikkelen kun je samen ABC kinderboeken bekijken en voorlezen. Later kunnen zij de ABC kinderboeken zelf lezen.

Wat is het belang van het voorlezen van ABC kinder-boeken?
Door het voorlezen van abc boeken maak je de kinderen bewust van de klank en de naam van de letters. Doordat kinderen de afbeelding kunnen associëren met de alfabetletter onthouden ze de alfabetletter makkelijker.
Uit meerdere onderzoeken, van onder andere Both en de Vries (2014), Lachner e.a. (2008) en Evans & Saint-Aubin (2005) blijkt dat kinderen alfabetletters leren door het voorlezen van een alfabetboek. Tijdens het voorlezen wordt de aandacht van de kinderen langer getrokken naar de letter omdat er maar één alfabetletter afgezonderd afgedrukt staat en gekoppeld is aan een illustratie of aan een verhaaltje. In het onderzoek van Both en de Vries (2014) werden de kinderen vier keer voorgelezen en zij leerden gemiddeld twee tot drie alfabetletters.
In LIST scholen lezen de kleuterleerkrachten drie keer per week uit twee verschillende abc boeken voor over een letter die op dat moment centraal staat. Omdat het effect van het langer kijken naar de letter ertoe doet worden de bewuste pagina’s uit het alfabetboek via het digibord getoond.

Verschillende soorten ABC kinderboeken
Er zijn veel letterboeken op de markt. Zo zijn er boeken die de lettervorm centraal zetten en bij de letter allerlei woorden schrijven. Veel schrijvers maken gebruik van een versje om een letter te introduceren. Terwijl in andere alfabetboeken de illustraties centraal staan en daaraan woorden, zinnen of verhaaltjes gekoppeld worden. De verschillen tussen de alfabetboeken zorgen ervoor dat ze geschikt zijn voor allerlei afwisselende werkvormen. De werkvormen zijn bedacht voor groep 1, 2 en 3 en zijn geschikt voor de individuele leerling, een groepje leerlingen of voor de hele klas. In dit hoofdstuk staan verschillende soorten ABC kinderboeken gecategoriseerd en daarbij staan activiteiten.

Illustraties centraal
Boeken zonder tekst, zoals het alfabetboek ‘Alfabet’, zijn geschikt om leerlingen op een prikkelende manier kennis te laten maken met een onbekende letter en de woordenschat uit te breiden. Het bewust worden van de klank is hier het doel.

• Laat de leerlingen de illustraties benoemen. Luister naar de beginklank terwijl je de illustraties benoemt. Met welke beginklank starten de illustraties op deze pagina? Van welke afbeeldingen weten we niet wat het is, benoem deze samen.
• Zoek samen spullen die beginnen met dezelfde klank. Maak er een foto van of maak een lettertafel. Eventueel kunnen de namen erbij geschreven worden, waardoor ook zichtbaar wordt dat de beginklank gelijk is.
• Maak zelf een tekening met allerlei dingen die met dezelfde klank beginnen.
• Schrijf de woorden bij illustraties van de pagina. Hoeveel kun jij er vinden?
• Meer ideeën specifiek voor het boek Alfabet.

Illustraties ondersteund door tekst
Bij veel ABC kinderboeken staan de illustraties centraal en worden deze ondersteund door tekst. Als onder de afbeelding het bijpassende woord staat, stimuleert dit het kind tot doen-alsof lezen. Het kind weet immers wat het voorwerp op de afbeelding is en door dit hardop te benoemen kan hij net doen alsof hij de letters onder de afbeelding leest. Voorbeelden van zo’n soort boek zijn ‘Die leest’ en ‘Het leukste abc ter wereld’. In deze boeken staan verschillende illustraties die met dezelfde klank beginnen. Bij elke illustratie staat een woord.