Van terugkeer naar integratie: veranderde focus in onderwijs voor Molukkers 
 
Nonna Pol & Esther Wilthof, 2019 


Van generatie op generatie deden veel Molukse mannen dienst bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). Deze mannen vochten in de Tweede Wereldoorlog aan de Nederlandse kant. Omdat de Molukkers streefden naar een eigen republiek weigerden ze zich onder het gezag van Indonesië te plaatsen, nadat Nederland de soevereiniteit van dit land in 1949 had erkend. De Molukse KNIL-militairen wilden terugkeren naar de Molukken, maar de Indonesische regering stond dit niet toe. Omdat men geen oplossing voor dit probleem vond, besloot de Nederlandse regering om deze mannen met hun gezinsleden over te brengen naar Nederland voor tijdelijke huisvesting (Manuhutu & Smeets, 1991). En zo geschiedde: op 21 maart 1951 kwamen de eerste Ambonezen aan in Rotterdam (Andere Tijden, 2016). De gezinnen hoopten terug te kunnen keren zodra de Republiek der Zuid-Molukken officieel als onafhankelijke staat was gevestigd. De overgekomen gezinnen werden in Nederland gehuisvest in oude werkkampen en voormalig naziconcentratiekampen, die daarna woonoorden heetten (Glissenaar, 2003). 
 
De Nederlandse regering bracht ook Molukkers onder in voormalig naziconcentratie-kamp Westerbork.De naam van het kamp wijzigde in Woonoord Schattenberg. (Woonoord Schattenberg z.d.) Eén van de bewoners van dit woonoord was Jeany Kaihatu, die over haar tijd in Schattenberg vertelt in een interview.

Jeany woonde van 1961 tot 1973 in woonoord Schattenberg. Daarna verhuisde ze naar Bovensmilde, waar ze tot op heden in een Molukse wijk woont (J. Kaihatu, persoonlijke communicatie, 9 oktober 2019). 
 
Op het woonoord was een school aanwezig, genaamd ‘School met de Bijbel’. Het onderwijs voor de Molukkers richtte zich tot 1970 op terugkeer naar de Molukken (Smeets & Steijen, 2007). Tot die tijd was de voertaal op de school in woonoord Schattenberg dan ook Maleis. In 1970 werd het terugkeerperspectief door de overheid geleidelijk aan losgelaten (Smeets & Steijen, 2007). Toen Jeany in 1970 begon aan het onderwijs op woonoord Schattenberg, richtte het onderwijs zich op de integratie in Nederland. De voertaal op de school wijzigde daarom naar Nederlands. Jeany sprak echter nog geen woord Nederlands toen ze naar de school ging.
 
“Wat ik me kan herinneren van het onderwijs daar was dat, alles in het Nederlands was en we spraken thuis gewoon Maleis. Als een juf of meester wat vroeg, het enige wat je in die tijd kon antwoorden was: ‘Ja meester, nee meester’.”  (J. Kaihatu, persoonlijke communicatie, 9 oktober 2019).
 
Ondanks de taalbarrière kon Jeany goed meekomen met het onderwijs. Dit in tegenstelling tot veel andere leerlingen. Jeany geeft aan dat ze daardoor veel leerlingen kon helpen. Ze heeft uiteindelijk als een van de weinigen van haar klasgenoten van de basisschool de havo afgerond (J. Kaihatu, persoonlijke communicatie, 9 oktober 2019). 
 
De voertaal op school was Nederlands, maar dit was bij Jeany thuis niet het geval. Haar ouders kwamen naar Nederland met het idee dat de huisvesting tijdelijk zou zijn. Zij wilden daarom geen moeite steken in het leren van de Nederlandse taal. Dit belemmerde haar ouders in hun burgerschap (J. Kaihatu, persoonlijke communicatie, 9 oktober 2019). 
 
“Mijn vader wilde bewust het Nederlands niet leren. Ik heb tot aan dat ze overleden zijn, als tolk gefungeerd. Mijn vader kon het uiteindelijk wel verstaan, maar ze konden dus ook niet ergens tegenin gaan.“ (J. Kaihatu, persoonlijke communicatie, 9 oktober 2019).
 
Naast dat er op de school in woonoord Schattenberg vanaf 1970 Nederlands werd gesproken, blijkt ook uit andere factoren dat het onderwijs zich na 1970 richtte op de integratie van de Molukkers in Nederland. Zo leerden de kinderen Nederlandse topografie en Nederlandse geschiedenis. Volgens Jeany was het onderwijs op het woonoord niet anders dan daarbuiten. Zo hadden zij bijvoorbeeld ook gewoon schooldagen van half 9 tot kwart over 3 en mochten ze in de pauze naar huis om te lunchen. De klas bestond uit ongeveer dertig leerlingen. Jeany heeft de tijd op school in woonoord Schattenberg als positief ervaren. Er waren voldoende speelmogelijkheden en er hing een goede sfeer op school. Omdat er alleen maar Molukse kinderen op de school zaten, was het saamhorigheidsgevoel groot (J. Kaihatu, persoonlijke communicatie, 9 oktober 2019). 
 
De veranderende focus in het onderwijs voor de Molukkers van terugkeer naar integratie was een verstandige keuze van de Nederlandse overheid: de beloofde terugkeer naar de Molukken heeft namelijk nooit plaatsgevonden. Inmiddels zijn Molukkers een onderdeel geworden van de Nederlandse samenleving.

Literatuur:
Andere Tijden. (2016, 3 november). 65 jaar Molukkers in Nederland: bijzondere band tussen twee volken. Geraadpleegd van https://anderetijden.nl/artikel/81/65-jaar-Molukkers-in-Nederland

Glissenaar, F. (2003), Indië verloren, rampspoed geboren. Hilversum: Uitgeverij Verloren.

Manuhutu, W. en Smeets, H. (1991), Tijdelijk verblijf. De opvang van Molukkers in Nederland, 1951. Amsterdam: De Bataafsche Leeuw.

Smeets, H. en Steijlen, F. (2006), In Nederland gebleven. De geschiedenis van Molukkers 1951-2006. Amsterdam/Utrecht: Uitgeverij Bert Bakkum/MHM.

Woonoord Schattenberg. (z.d.). Geraadpleegd van: https://kampwesterbork.nl/geschiedenis/woonoord-schattenberg/woonoord-schattenberg